//= get_template_directory_uri() ?>
Stel, je ontvangt een bijstandsuitkering vanuit de gemeente en je raakt betrokken bij een ongeval waarbij ook sprake is van ernstig letsel en blijvende beperkingen. Op grond van het letsel bestaat aanspraak op schadevergoeding. Die schadevergoeding bestaat uit materiële schade, bijvoorbeeld huishoudelijk hulp, mantelzorg, verlies zelfredzaamheid en eventueel verlies van arbeidsvermogen (vanwege het wegvallen van inkomen), en uit immateriële schade (smartengeld).
Gedurende de looptijd van de letselschadezaak is het van belang dat de gemeente op de hoogte wordt gehouden omtrent de voorschotten die worden betaald, dit valt onder de inlichtingenplicht. De vraag is dan: heeft deze schadevergoeding invloed op de bijstandsuitkering? Dat heeft het zeker.
De Participatiewet regelt in welke gevallen er een recht bestaat op een bijstandsuitkering. Ook staan in deze wet de inkomens- en vermogensnormen opgenomen.
Art 31 lid 2 sub m van deze wet vermeldt dat vergoedingen voor materiële en immateriële schade worden vrijgesteld voor zover deze naar het oordeel van de gemeente uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord zijn. Dat heeft te maken met de vangnet-functie van de bijstandsuitkering. Ten aanzien van de schadevergoeding die concreet is gerelateerd aan kosten aan de zijde van het slachtoffer zal een gemeente zich doorgaans soepel opstellen. Bij verlies van arbeidsvermogen is dat anders. Dat is ook terecht, aangezien de bijstandsuitkering is bedoeld om te kunnen voorzien in het levensonderhoud. Maar als het goed is voorziet de schadevergoeding wegens verlies van arbeidsvermogen daar in. Bij de berekening van het verlies van arbeidsvermogen mag de bijstandsuitkering ook niet worden meegenomen (die komt immers te vervallen).
Hoe art 31 lid 2 sub m wordt ingevuld verschilt per gemeente.
Wanneer de gemeente oordeelt dat de schadevergoeding, uit een oogpunt van bijstandsverlening, niet verantwoord is en de schadevergoeding is hoger dan het vrijgesteld vermogen, dan zal een verrekening plaatsvinden.
Met betrekking tot het smartengeld is dat op zich gek, want de vergoeding smartengeld – die bedoeld is om het leed van het slachtoffer te verzachten – is juist niet bedoeld om in het levensonderhoud te voorzien. Indien het smartengeld met de bijstandsuitkering wordt verrekend dan betaalt het slachtoffer in feite zelf de compensatie voor het hem aangedane leed. Dat kan niet de bedoeling zijn.
Het is daarom altijd goed om in overleg te treden met de gemeente en duidelijke afspraken te maken. Een goede onderbouwing mag daarbij niet ontbreken.
Zo komt u niet voor verrassingen te staan.
C.M.P. van Weersch
Pennino Advocaten