//= get_template_directory_uri() ?>
Sporten is gezond, maar helaas lopen wij tegen blessures aan. Soms is een derde daaraan schuld, maar deze hoeft niet altijd aansprakelijk te zijn.
Inmiddels is in de rechtspraak wel uitgekristalliseerd dat van aansprakelijkheid tussen de deelnemers aan de sport, minder snel sprake is. Het deelnemen aan sportieve activiteiten levert immers een risico op letsel op. Dat is daaraan verbonden.
In het algemeen zou je kunnen zeggen dat gedragingen, die buiten de sport onrechtmatig zijn, dat in de sport meestal niet zijn.
Denk bijvoorbeeld aan een partij boksen. Het is dan juist de bedoeling dat er rake klappen worden uitgedeeld. In het “gewone” leven, buiten de boksring, is het onrechtmatig om iemand een klap te verkopen, maar in de boksring is dat niet zo. Of een voetbalwedstrijd waar een sliding op de tegenspeler wordt ingezet. Die is, in beginsel, niet onrechtmatig. Het wordt anders als een voetballer een karatetrap gaat uitdelen.
Er geldt voor sport- en spelsituaties dus een verhoogde drempel voor aansprakelijkheid. De deelnemers aanvaarden in die zin eigenlijk het risico dat daaraan verbonden is.
Er zijn echter ook andere situaties denkbaar, die in een sport- en spelsituatie tot aansprakelijkheid kunnen leiden. Hoe zit het bijvoorbeeld met de aansprakelijkheid van de organisator ten opzichte van de deelnemers? De Rechtbank Limburg oordeelde daar in 2021 over. De organisator heeft een zorgplicht tegenover de deelnemers. Dat betreft dan niet de situatie waarbij, tijdens sport en spel, door de ene deelnemer letsel is toegebracht aan een andere deelnemer. Hier geldt dus niet de verhoogde drempel voor aansprakelijkheid, aldus de rechtbank.
De Rechtbank Rotterdam heeft zich recent gebogen over de situatie dat een toeschouwer bij een voetbalwedstrijd letsel opliep, doordat een speler de bal wegtrapte. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van onrechtmatig gedrag en paste hier dus wel de verhoogde drempel toe, die ook tussen spelers onderling geldt. Ook een toeschouwer neemt, volgens de rechtbank, tot op zekere hoogte risico’s, die aan de sport verbonden zijn, op de koop toe. En bij een voetbalwedstrijd kan een bal richting het publiek komen.
In een sport- en spelsituatie moet dus steeds, op basis van de feiten en de regels van de sport, geoordeeld worden of het gedrag nog valt binnen het “normale” risico dat aan de sport of het spel verbonden is.
Lees hier de uitspaken van de Rechtbank Limburg:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBLIM:2021:3617
en de Rechtbank Rotterdam:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2022:2411
Mevrouw mr. B.M.J. Zeijen-Schlechtriem
Pennino Advocaten