(Aansprakelijkheids)risico’s paardensport

De populariteit van de paardensport in Nederland groeit. Ik rij zelf al vele jaren en met veel enthousiasme paard. Maar vaak genoeg hoor ik om mij heen dat er veel onwetendheid bestaat omtrent de mogelijke (aansprakelijkheids)risico’s die inherent zijn aan deze sport. Paarden zijn grote dieren met een sterke eigen energie. Ruiters hebben niet altijd invloed op deze eigen energie, waardoor (ernstige) ongelukken kunnen gebeuren. In deze column zal ik kort ingaan op de mogelijkheid om (letsel)schade, ontstaan door de eigen energie van paarden, te verhalen op manegehouders. In de Nederlandse wet is geregeld dat de bezitter van een dier aansprakelijk is voor de schade die het dier veroorzaakt. In de paardensport wordt al snel gedacht dat deze regel toepassing mist, omdat een ruiter immers zelf kiest om het paard te berijden en hierdoor sprake is van een zekere risicoaanvaarding. Deze risicoaanvaarding kan meespelen in het kader van eigen schuld maar ontslaat de bezitter van het paard niet van aansprakelijkheid. Veel manegehouders hebben in hun manege bordjes hangen waarop de aansprakelijkheid bij voorbaat wordt afgewezen. Anderen nemen een dergelijke bepaling op in een reglement dat door nieuwe klanten moet worden ondertekend. Manegehouders wanen zich hiermee veilig, echter aan een dergelijke exoneratieclausule komt weinig betekenis toe. In de rechtspraak is geoordeeld dat een dergelijk beding onredelijk bezwarend is voor ruiters, en dat de enkele omstandigheid dat paardrijlessen nu eenmaal gevaarlijk kunnen zijn en ruiters dit accepteren door de sport te beoefenen, hieraan niets af doet. Managehouders kunnen dus wel degelijk (al of niet volledig) aansprakelijk worden gehouden voor een ongeval dat een ruiter van een manegepaard is overkomen. Volledige aansprakelijkheid van de manege komt overigens zelden voor. Het is afhankelijk van de omstandigheden hoe de schade uiteindelijk onderling zal moeten worden verdeeld. Hierbij kunnen onder meer factoren als(on)ervarenheid van de ruiter, (on)geschiktheid van het paard als manegepaard, (on)ervarenheid van de instructeur, het bestaan van verzekeringsdekking en de aard en ernst van het letsel van de ruiter een rol spelen. De rechtspraak op dit gebied is zeer divers, er is geen ‘harde lijn’ te ontdekken, maar het is zeer zeker niet zo dat manegehouders, zoals velen wellicht menen, in het geheel niet aansprakelijk kunnen worden gehouden voor de (letsel)schade van ruiters. Managehouder doen er dus verstandig aan een goede aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. En bedenk daarbij: een ongeluk komt te paard, maar gaat te voet.

In deze column zal ik kort ingaan op de mogelijkheid om (letsel)schade, ontstaan door de eigen energie van paarden, te verhalen op manegehouders. In de Nederlandse wet is geregeld dat de bezitter van een dier aansprakelijk is voor de schade die het dier veroorzaakt. In de paardensport wordt al snel gedacht dat deze regel toepassing mist, omdat een ruiter immers zelf kiest om het paard te berijden en hierdoor sprake is van een zekere risicoaanvaarding. Deze risicoaanvaarding kan meespelen in het kader van eigen schuld maar ontslaat de bezitter van het paard niet van aansprakelijkheid. Veel manegehouders hebben in hun manege bordjes hangen waarop de aansprakelijkheid bij voorbaat wordt afgewezen. Anderen nemen een dergelijke bepaling op in een reglement dat door nieuwe klanten moet worden ondertekend. Manegehouders wanen zich hiermee veilig, echter aan een dergelijke exoneratieclausule komt weinig betekenis toe. In de rechtspraak is geoordeeld dat een dergelijk beding onredelijk bezwarend is voor ruiters, en dat de enkele omstandigheid dat paardrijlessen nu eenmaal gevaarlijk kunnen zijn en ruiters dit accepteren door de sport te beoefenen, hieraan niets af doet. Managehouders kunnen dus wel degelijk (al of niet volledig) aansprakelijk worden gehouden voor een ongeval dat een ruiter van een manegepaard is overkomen. Volledige aansprakelijkheid van de manege komt overigens zelden voor. Het is afhankelijk van de omstandigheden hoe de schade uiteindelijk onderling zal moeten worden verdeeld. Hierbij kunnen onder meer factoren als(on)ervarenheid van de ruiter, (on)geschiktheid van het paard als manegepaard, (on)ervarenheid van de instructeur, het bestaan van verzekeringsdekking en de aard en ernst van het letsel van de ruiter een rol spelen. De rechtspraak op dit gebied is zeer divers, er is geen ‘harde lijn’ te ontdekken, maar het is zeer zeker niet zo dat manegehouders, zoals velen wellicht menen, in het geheel niet aansprakelijk kunnen worden gehouden voor de (letsel)schade van ruiters. Managehouder doen er dus verstandig aan een goede aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. En bedenk daarbij: een ongeluk komt te paard, maar gaat te voet.


Pennino Advocaten