Het kind van de rekening

Kinderen zijn zich weinig of niet bewust van gevaren. Het is aan de volwassenen om zich het lot van kinderen aan te trekken en ze, waar nodig, voor onheil te behoeden.

Een opvallende uitspraak in 2018 was het vonnis van de rechtbank Limburg in september, waarin zij concludeerde dat een jeugdsoos dood door schuld had aan het overlijden van een jonge jongen (15 jaar) door hem, in strijd met de drank- en horecawet, alcohol te schenken. De jongen is dronken geworden en raakte gedesoriënteerd, waarna hij op de A2 dodelijk werd aangereden. De rechtbank overweegt in haar vonnis dat de aanwezige volwassenen in de jeugdsoos ook hadden gezien dat de jongen veel teveel had gedronken, maar dat zij zich desondanks niet over de jongen hadden ontfermd. In de visie van de rechtbank was het ongeval dan niet gebeurd.

In onze zedenpraktijk komt het geregeld voor dat de volwassene zich niet laat leiden door de belangen en de veiligheid van de minderjarige, maar door eigen lustgevoelens. En de volwassene zegt dan achteraf “ik dacht dat ze achttien was”. Dat wordt uiteraard afgestraft. Als de volwassene de leeftijd van de minderjarige zou checken kunnen de loverboys van deze wereld wel inpakken, want dan zijn er geen klanten meer. Hoe mooi zou dat zijn?

Niet alleen de anderen zijn aansprakelijk, maar ook ouders zelf. De zorgplicht van de ouder houdt ook verband met veiligheid. De rechtbank Gelderland oordeelde in september 2018 dat een moeder aansprakelijk is voor de letselschade van haar dochtertje (6 jaar). Het kind was in een onbewaakt moment een wei ingelopen waar een paard stond. Het kind loopt letsel op. De rechtbank oordeelde dat de moeder dat – gezien het daaraan verbonden gevaar – had moeten voorkomen.

Kinderen zijn kwetsbaar. Het is niet voor niets dat de wetgever in artikel 185 Wegenverkeerswet voor niet-gemotoriseerde minderjarigen (jonger dan 14 jaar) een bijzondere bescherming heeft opgenomen. 
Het is alleen jammer dat het daarbij blijft. Die bescherming mag veel verder gaan. Zo is het onbegrijpelijk dat de wetgever niet een helm voor kinderen op de fiets verplicht stelt (zoals in Duitsland). Het is moeilijk als ouder om je kind een helm te laten dragen als de andere kinderen in de klas dat niet doen. Als de wetgever dat verplicht stelt dan weten de kinderen niet beter en zal elk kind een helm dragen.

De moraal van dit verhaal is dat er op het gebied van de veiligheid van onze kinderen nog veel te winnen valt, totdat zij het zelf als volwassenen kunnen overnemen.

Y.A.J. van de Weert BBA
Pennino Advocaten